Na de Reformatie kwamen degenen die katholiek wilden blijven clandestien samen in een pand aan de Walstraat.
In de loop van de 17e eeuw kwam er wat meer vrijheid en in 1665 werd een schuilkerk gebouwd op het terrein van de familie van Loon, ongeveer op het huidige Van Heekplein. Er mocht toen ook weer een pastoor aangesteld worden.
Bij de stadsbrand van 1750 ging deze schuilkerk verloren. Daarna kwam men samen in de Doomshof aan de Langestraat.
In 1751 werd een schuilkerk in gebruik genomen Achter ‘t Hofje. Deze schuilkerk bleef in gebruik tot er in 1842 een nieuwe kerk gebouwd werd (zie: Sint-Jacobuskerk a).