St. Jacobus als pelgrim
Doek. Jorg Claassen, 1940.
Onder aan de trap in de pastorie bevindt zich het doek dat Sint-Jacob voorstelt als pelgrim. Hij draagt een knielang donker gewaad en daarboven een zware rode mantel. Zijn voeten zijn met sandalen geschoeid. Zijn hoed, met opgeslagen rand en schelp, hangt aan een riempje op zijn rug. Met beide handen omklemt hij zijn staf en aan zijn linkerpols is een kalebas opgehangen.
Verder versieren nog twee op borsthoogte geplaatste schelpen de boord van zijn mantel. De apostel heeft krullende korte haren, een snor en een korte baard. Hij kijkt strak voor zich uit en schijnt op tocht te zijn in een verlaten landschap.