In de Papenstraat bevindt zich een huis uit 1627 dat gebouwd is in opdracht van de Benedictijnerabdij Saint-Jacques uit Luik waar AEgidius Lambrecht van 1611 tot 1646 abt van was.
In de Middeleeuwen en daarna tot 1794 kende Maastricht een Tweeherigheid waarbij het stadsgebied verdeeld was in een lappendeken van stukjes die behoorden tot het Prinsbisdom Luik of tot de andere Heer (tot 1204 de Duitse Keizer, daarna tot 1632 het Hertogdom Brabant en daarna de Republiek der Nederlanden, met alleen in 1673-1678 en in 1748 een onderbreking toen de heerschappij werd uitgeoefend door de Franse koning). De tweeherigheid zorgde voor veel conflicten en leidde er ook toe dat er bijvoorbeeld een gescheiden rechtspraak bestond. In 1794, bij het begin van de Franse Tijd, kwam er een eind aan de tweeherigheid en na het vertrek van de Fransen werd de oude situatie niet hersteld.
De Papenstraat bevond zich op een grens van Luiks gebied (waar de refugie stond) en gebied van Vroenhof dat tot het Hertogdom Brabant behoorde. Deze ligging kan een voordeel zijn geweest. Door het bestaan van de tweeherigheid is het niet zo vreemd dat een abdij uit Luik een huis bouwt in Maastricht.
In zijn algemeenheid is een refugie een huis van een klooster in een versterkte stad waar de kloosterlingen zich kunnen terugtrekken in geval van gevaar. Dus een toevluchtsoord voor het klooster zelf. Of deze refugie een rol gespeeld heeft voor de opvang van pelgrims is niet geheel duidelijk. In 1627 fungeerde het Sint-Jacobsgasthuis niet meer, omdat de pelgrimage naar Santiago al lang over het hoogtepunt heen was. Het zou kunnen zijn dat men vanuit de abdij de pelgrimage wilde stimuleren, ook uit de noordelijke Nederlanden na de Reformatie.
De abdij Saint-Jacques in Luik is door de Benedictijnen gesticht in 1016 en is toegewijd aan Jacobus de Mindere. De abt Robert bracht in 1056 relieken van Jacobus de Mindere vanuit Santiago de Compostela (!) naar Luik. Er bestond steeds een innige band tussen de abdij en Santiago de Compostela en de pelgrimage daarheen werd gestimuleerd door de abdij. Dit roept de vraag op of de beide Jacobussen door elkaar zijn gehaald of dat in de Middeleeuwen het onderscheid tussen de beide apostelen niet zo strikt gemaakt werd als waartoe wij nu achteraf geneigd zijn.
Een soortgelijke vraag rijst op bij de gevelsteen van de refugie.
Al met al blijft er een onduidelijkheid bestaan en dat vergt nader onderzoek.