In 1439 kreeg de pastoor van Odilënberg, de parochie waar het stadsdeel aan de overzijde van de rivier de Roer kerkelijk toe behoorde, toestemming van de bisschop van Luik om ter vervanging van de in 1388 afgebroken H.Kruiskapel een nieuwe kapel te bouwen gewijd aan het H.Kruis, Sint Jan en Sint Jacob. Pas in 1456 begon de daadwerkelijke bouw van de kapel die dan alleen nog aan Sint Jacob werd gewijd en toevertrouwd werd aan de zorg van de ‘Broederschap van Sint Jacob over de brug’. Deze broederschap zou een wat schimmig bestaan lijden en altijd arm blijven.
In 1580 ging de Jacobuskapel door oorlogshandelingen tijdens de Tachtigjarige Oorlog verloren. De fundamenten bleven nog zichtbaar tot in de 18e eeuw. De bezittingen en de inkomsten van de verwoestte kapel werden door de Roermondse bisschop Lindanus overgedragen aan de parochie Roermond.
De verwoestte kapel gaf aanleiding om de naam van de voorstad te wijzigen in ‘Voorstad-Sint Jacob’.