Een Compostela is het officiële kerkelijke document (oorkonde) waarmee het Kapittel van de Kathedraal van Santiago erkent dat de persoon die erom vraagt, gekomen is om eer te bewijzen aan de apostel Jacobus en aan alle daarmee verbonden verplichtingen heeft voldaan. Het is het bewijs dat de pelgrimstocht volbracht is.
Datering: 1660.
Deze Compostela op papier is gesteld in het Latijn en voorzien van een afbeelding van de H. Jacobus. Naast de handtekening van Ioannes Riquelme is het document gecertificeerd door een opgedrukt zegel.
De datering 1660 is overgenomen uit de beschrijving van deze Compostela door het Regionaal Archief Alkmaar. Er staat na 1600 meer, maar dat gaat schuil achter het opgedrukte zegel. En misschien is er ook nog iets in handschrift toegevoegd, dat is op de kopie ook onleesbaar. Er is van uitgegaan dat de archivaris bij het maken van de inventarisbeschrijving alles goed heeft kunnen bekijken.
Geldolphus van Vladeracken is geboren in 1640 en in Alkmaar overleden op 16 februari 1682. Hij werd op 4 maart 1682 in de Grote Kerk te Alkmaar begraven. Hij trouwde op 2 december 1663 in Alkmaar met Maria van Houten (1645-1726). Hij was baljuw van Bakkum, kerkmeester van de Grote Kerk te Alkmaar (1675-1680), schepen en heemraad (1680) van de Zijpe, lid van de vroedschap (1680) en (president)schepen (1665-82) van Alkmaar. Hij testeert op 26 aug 1660 en op 19 aug 1665 voor notaris J. van Beijeren te Alkmaar.
Het blijft opmerkelijk dat iemand die later een hoge functie in kerk en samenleving bekleedde, ongeveer een eeuw na de Reformatie op twintigjarige leeftijd naar Santiago is gepelgrimeerd. Kennelijk was men in Alkmaar niet zo streng in de leer en werd hem de tocht naar Santiago niet aangerekend.
De Latijnse tekst luidt:
Doctor. D. Ioannes Riquelme, Sanctae Apostolicae Metropolitanae Ecclesiae Compostellanae Canonicus Cardinalis, necnon Poenitentiarius eiusdem almae Ecclesiae (in absentia Cardinalis maioris Don Gundisalbi de la Escalera & Quiroga) Omnibus, ac singulis praesentes litteras inspecturis salutem in eo, in quo est vera salus. Cum devotus in Christo Dominus Geldolphus van Vladeracken Peregrinus, sicut accepi praedictam Ecclesiam, in qua Sanctissimi Apostoli IACOBI Zebedaei, unici ac singularis Hispaniarum Patroni & Protectoris integrum Corpus sub Altari maiori miraculose collocatum, indubitanter requiescit, personaliter visitaverit & alia pietatis opera more peregrinorum praestiterit, ut id omnibus constet, praesentes ei litteras per annum duntaxat, à die infrascripto valituras dedi, eundemque omnibus Christi fidelibus in eiusdem Christi visceribus obnixe commendo, ut si quando ad eos necessitate cogente, eleemosynam petiturus accesserit, eum pie benigneque suscipiant, ac de acceptis à Deo bonis iuvent, ut per haec & alia virtutum exercitia, omnium eiusdem almae Compostellanae Ecclesiae suffragiorum participes facti, ad promissum à Deo Coeleste Regnum tandem pervenire valeant. In quorum fidem praesentes litteras, solito sigillo munitas, manu propria subscripsi. Datis in Compostellae urbis Ecclesia maiori in Capella nostra Christianissimi Regis Franciae, Anno Domini millesimo sexcentesimo …. die verò … mensis
Doctor D. Ioannes Riquelme subscripsit
In vertaling:
Doctor D. Johannes Riquelme, kardinaal-kanunnik van de heilige apostolische en aartsbisschoppelijke kerk van Compostella en tevens penitentarius van dezelfde zalige kerk (in afwezigheid van de cardinalis maior Don Gundisalba de la Escalera & Quiroga) (wenst) aan allen en een ieder die dit schrijven zullen zien, heil in hem in wie het ware heil is.
Aangezien de aan Christus toegedane pelgrim heer Geldolphus van Vladeracken, zoals ik heb vastgesteld, persoonlijk voornoemde kerk heeft bezocht, waarin het gehele lichaam van de heiligste apostel Jacobus, zoon van Zebedeus, enige en enkelvoudige patroon en beschermer van de Spanjaarden, op wonderbaarlijke wijze onder het hoofdaltaar is geplaatst en zonder twijfel rust, en aangezien hij de andere vrome handelingen naar de gewoonte van de pelgrims heeft vervuld, gaf ik hem, opdat dit voor allen vaststaat, dit schrijven, geldig voor ten minste één jaar vanaf de datum van ondertekening en beveel ik hem hartgrondig aan bij allen die in Christus geloven, met het mededogen van dezelfde Christus, om hem, wanneer hij hen ooit door nood gedwongen benadert om een aalmoes, met vroomheid en welwillend te onthalen en te helpen met de gaven die zij van God ontvingen, opdat zij, na door deze en andere oefeningen in deugdzaamheid deelachtig te zijn geworden aan alle voorspraken van dezelfde zalige kerk van Compostella, uiteindelijk het hemelse koninkrijk mogen bereiken dat God heeft beloofd. Ter waarmerking daarvan heb ik het voorliggend schrijven, voorzien van het gebruikelijke zegel, eigenhandig ondertekend. Gegeven in de grote kerk van de stad Compostella in onze kapel van de meest christelijke koning van Frankrijk, in het jaar des Heren duizend zeshonderd en (onleesbaar), op de …dag… van de maand…
Get. Doctor D. Ioannes Riquelme.
Met dank aan drs R. Vaalburg te Zwolle voor hulp bij de transcriptie en vertaling.
Het compostela is getekend door een cardinalis. In de kathedraal van Santiago werden 7 uit de 72 kanunniken van het kapittel uitverkoren tot kardinaalpriester. Zij waren de enigen naast de (aarts)bisschop en de paus die de mis mochten lezen bij het graf en het altaar van Jacobus. Kennelijk hadden zij ook als taak om de compostela’s uit te reiken aan de pelgrims, nadat die eerst bij de cardinalis gebiecht hadden en hij aan hen penetentie had verleend. De kardinaalpriesters werden aangesteld met als voorbeeld de Sint Pieter in Rome. Er bestonden maar weinig kathedralen met deze functionarissen. Het paste goed bij het streven van Santiago om gelijkwaardig te zijn aan Rome. Pas midden 19e eeuw werd het privilege van de kardinaalpriesters opgeheven.
Soms staat er in de compostela’s alleen cardinalis, soms cardinalis maior ac poenitentiarius. De toevoeging maior lijkt een rang binnen het college van 7 te zijn. Op het compostela in Alkmaar staat aangegeven dat de ondertekenaar plaatsvervanger is van de afwezige cardinalis maior. De toevoeging poenitentiarius is de aanduiding van een boetepriester die in een kathedraal college bevoegd is de biecht af te nemen in specifieke gevallen (zie link).
Voor verdere studie zij verwezen naar Fletcher 1984 (zie bron) dat digitaal beschikbaar is (zie link.)
Dit is één van de drie compostela’s van vóór 1900 die vooralsnog bekend zijn in archieven in Nederland. De andere zijn Haarlem (1587) en Roermond (1614).