Een Compostela is het officiële kerkelijke document (oorkonde) waarmee het Kapittel van de Kathedraal van Santiago erkent dat de persoon die erom vraagt, gekomen is om eer te bewijzen aan de apostel Jacobus en aan alle daarmee verbonden verplichtingen heeft voldaan. Het is het bewijs dat de pelgrimstocht volbracht is.
Datering: 1587.
Deze Compostela is gesteld in het Latijn en voorzien van een afbeelding van de H. Jacobus.
De Latijnse tekst luidt:
Universis & singulis praesentes litteras inspecturis. Georgius Varela Cardinalis, almae ecclesiae Compostelanae, salutem in domino sempiternam. Cum itaque sicut accepimus, devotus in Christo Petrus Cornelis Flamengo peregrinus confessus & absolutus fuit: atque dominicum corpus in praedictae Ecclesiae recepit In eiusdem ei testimonium, has nostras praesentes litteras, nomine & signo nostris solitis & consuetis, roboratas & munitas eidem concessimus. Datus Compostellae, Anno Domini 1587 die vero 1 —- Mensis agusti
Georgius Varela Cardinalis
In vertaling:
Georgius Varela, Cardinalis van de zalige kerk van Compostella, (wenst) allen en een ieder die deze brief zullen lezen het eeuwig heil in de heer. Omdat dus, zoals wij hebben vastgesteld, de vrome pelgrim in Christus, Petrus Cornelis Flamengo, heeft gebiecht en absolutie heeft verkregen en het goddelijk lichaam in de voornoemde kerk heeft ontvangen, verlenen wij hem, als bewijs hiervan voor hem, deze brief, gecertificeerd en gewaarmerkt met onze gebruikelijke en gewoonlijke naam en handtekening. Uitgegeven te Compostella in het jaar onzes Heren 1587, op de eerste dag van de maand augustus.
Get. Georgius Varela Cardinalis
Met dank aan drs. R. Vaalburg te Zwolle voor hulp bij de transcriptie en vertaling.
Het compostela is getekend door een cardinalis. In de kathedraal van Santiago werden 7 uit de 72 kanunniken van het kapittel uitverkoren tot kardinaalpriester. Zij waren de enigen naast de (aarts)bisschop en de paus die de mis mochten lezen bij het graf en het altaar van Jacobus. Kennelijk hadden zij ook als taak om de compostela’s uit te reiken aan de pelgrims, nadat die eerst bij de cardinalis gebiecht hadden en hij aan hen penetentie had verleend. De kardinaalpriesters werden aangesteld met als voorbeeld de Sint Pieter in Rome. Er bestonden maar weinig kathedralen met deze functionarissen. Het paste goed bij het streven van Santiago om gelijkwaardig te zijn aan Rome. Pas midden 19e eeuw werd het privilege van de kardinaalpriesters opgeheven.
Voor verdere studie zij verwezen naar Fletcher 1984 (zie bron) dat digitaal beschikbaar is (zie link.)
Dit is één van de drie compostela’s van vóór 1900 die vooralsnog bekend zijn in archieven in Nederland. De andere zijn Roermond (1614)en Alkmaar (1660).