Dit Charter A betreft het oudste archiefstuk betreffende Sint Jacobus Major in het Noord-Hollands Archief, een wat vergeeld perkament. Het is een testamentaire beschikking (in het Latijn) van Haza Pouwesdr., weduwe van Jacob Dirck Baertinx van 22 november 1464, die betrekking heeft op het stichten van een zgn. vicarie op het Sint Jacobsaltaar in de Grote of Sint Bavokerk.
In het dossier is een gedeeltelijke vertaling (charter B) en voorts een “videmus van het Charter” gedateerd 25 maart 1578 (charter C) te vinden en dat houdt in dat twee bestuurders van de stad Haarlem verklaren dat zij het Charter hebben gezien en het charter wordt hierin ook nog geciteerd.
De vertaling van een gedeelte geeft de essentie van het testament (B); er zijn overigens meerdere vertalingen in omloop.
Haza Pouwesdr. “..machtich (als het scheen) hare verstande en redenen en hare Lichaams gezondheid gebruikende, Begeren tot zaligheid van hare ende hare lieve ouders en vrienden zielen,waarvoor zij bijzonder schuldich is te bidden, te vermeerderen den godlicke dienste, heeft gemaakt, gesteld en gefundeert ter eere God almachtig, Maria zijner glorieuze Moeder en Sinte Jacob apostel een ewich officie van eene misse, gedaan te werden sweecx, alle vrijdaegen op St. Jacobs altaar”¦”?.