De Schuurkerk, waar sinds 1688 werd gekerkt, bleek te klein te zijn. In 1873 kwam Pastoor G.W. van Heukelum naar Nieuwegein en vroeg architect Alfred Tepe een neogotische dorpskerk te bedenken. Het ontwerpen en het inrichten ven de kerk geschiedde volgens de inzichten van het Sint Bernulphusgilde, met name F.W. Mengelberg (beeldhouwer), H. Geuer (glasschilder), A. Kniep (siersmid) en G. Brom (edelsmid). In 1854 is de bouw van de driebeukige kruisbasiliek afgerond. Van binnen was de Nicolaaskerk toen nog kaal en wit. Jarenlang is er gewerkt aan de inrichting en schilderingen.
In 1878 werd het eerste kunstwerk in de kerk geplaatst om het schip te scheiden van het koor: de triomfboog. Deze boog is in de Nicolaaskerk voorzien van de Majestas Domini (de verheerlijkte Heer), bovenaan op het hoofdaltaar. Onder het triomfkruis is een apostelbalk met de twaalf apostelen. Elke apostel staat afgebeeld met hun credo-artikel en attribuut.
De derde figuur van links op de apostelbalk is de apostel Jacobus de Meerdere, tussen Andreas met Andreaskruis en Johannes met kelk en slang. Jacobus is herkenbaar aan zijn pelgrimsstaf.