Het was begin april 2021. Ik vertelde Bill dat ik in de zomer van dat jaar weer op pad zou gaan. Op mijn tocht naar Santiago zou ik een kaarsje voor hem aansteken. “Oh wacht, zei hij, ik heb nog een kaars met mijn naam erop”. Hij gaf me de kaars met daarop in sierlijke letters ‘De Wilbert’. Thuis stopte ik hem alvast in mijn rugzak. Twee weken later was het zover. Bill had zijn leven voltooid.
Ik ging op pad. Het was in augustus. Bloedheet, ook in Noord-Spanje. Gaandeweg las ik in mijn routeboekje wat ik zou tegenkomen op de route. In het jaar 981 is gestreden tussen een moslimleger en een christelijke militie gevormd door de lokale bevolking. Met behulp van de apostel Jacobus overwon de christelijke militie. Uit dankbaarheid bouwden de omwonenden op de plaats van de gebeurtenissen een kapel ter ere van de apostel. De Ermita de Santiago.
Welnu, hoe mooi zou het zijn om de kaars van mijn schoonvader Bill te ontsteken in juist die kapel. Hij was aalmoezenier geweest bij de Koninklijke Marine, en na zijn vroegpensioen nog jarenlang pastor in de Jacobusparochie in Akersloot Noord-Holland. Zelf ben ik ook werkzaam bij defensie en Bill vertelde mij soms over zijn werk en over Jacobus. Ook door zijn verhalen ben ik voor het eerst in 2012, samen met mijn echtgenote Jeanine, op pelgrimstocht naar Santiago gegaan. Bill en ik hadden allebei affiniteit met veld- of zeeslagen én hadden een band met de apostel. Alles kwam nu samen op de Campo de Santiago.
Ik kwam om twee uur ’s middags aan in Fasgar.. Opeens gebeurde het. Ik voelde dat ik nú door moest lopen naar de kapel op de Campo. Maar dat was helemaal niet handig nu. Nog 19 km. En ik had al 20 km gelopen Eerst een steile klim en afdaling maken om de berg te nemen en bij de kapel in de vallei te geraken. Niet verstandig dus. Mijn gevoel won het van de ratio. Ik bestelde een boccadillo, vulde mijn waterflessen en begon aan de klim naar boven. De kapel zag ik enige tijd later. Die bleek op slot. Voor niets had ik de berg nu bedwongen. Teruggaan naar Fasgar was onzinnig, dus door naar Igüeña, nog iets van vijftien kilometer over pittige paden. In de buurt van de kapel zat een Spaanse familie uitgebreid te picknicken. Ze boden me aan iets te eten en te drinken. Dat kon ik na die berg en de teleurstelling van de afgesloten kapel wel hebben.
Ik vertelde tegen de pater familias waarom ik naar de Ermita was gekomen. En dat ik nu helaas op zoek moest gaan naar een andere plek voor Bill’s kaars. De man keek me aan en haalde de sleutel van de kapel uit zijn zak. Hij nam me mee naar binnen en verliet de ruimte. Ik was alleen. Alleen, maar toch met Bill. Na een kwartier liep ik naar buiten. Mijn wangen nog nat van de tranen. Ze lieten me even. Ik bedankte de familie en vroeg de man of hij hier de volgende dag ook zou zijn geweest. “Nee, zei hij, morgen ben ik hier niet”.
In Ponferrada heb ik mijn camino afgesloten en ben naar huis gegaan. Mijn tocht zat er op. Santiago bleek niet het doel. Het was goed zo. Ik denk nog vaak aan dit bijzondere moment terug. Deze man uit Fasgar is een engel. Door Jacobus op mijn pad gezet. De Campo de Santiago is een mirakel rijker.
Robin
Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob
Janskerkhof 28 a
3512 BN Utrecht
KvK nummer: 40447304
BTW nummer: NL 8039.95.635.B01
IBAN: NL41INGB0005151146
IBAN: NL41INGB0005151146