In 1933 vertrekt de achttienjarige Brit Patrick Leigh Fermor vanuit Hoek van Holland om een voettocht te maken naar Constantinopel. Het grootste deel van zijn reis, de tocht van Hoek van Holland naar Boedapest, beschrijft hij in “Langs Rijn en Donau”en “Tussen wouden en water”.
In “Een voettocht langs Rijn en Donau” zijn deze twee klassiekers samengevoegd in één band. Leigh Fermor verweeft anekdotes, geschiedenis en cultuur in het magistrale verslag van zijn wandelreis door het oude Europa