De ziel bepaalt waarom je gaat, de geest maakt uit of je het haalt en het lichaam is slechts een hulpmiddel. Wat bezielt iemand om bijna 3.000 kilometer te gaan fietsen, terwijl je thuis de auto neemt als je 100 meter verderop naar de bakker moet? Menig pelgrim zal daarop, meestal bij terugkeer, een gericht antwoord kunnen geven. Maar onze overwegingen zijn vooralsnog een vage mix van fysieke uitdaging, een drang naar onthaasting en zin zoeking, al dan niet religieus.
Zal tijdens onze tocht al het stoffelijke worden teruggebracht tot de geest? Zal de steen, die we Cruz de Ferro van ons afwerpen ons hoofd leegmaken? Vinden we de essentie van ons bestaan? We gaan op avontuur en sluiten een pact. Alleen de duivel en loslopende honden zullen ons kunnen tegenhouden.