“De gids voor de pelgrim” is een twaalfde-eeuws document dat verhaalt over het pelgrimeren naar het graf van de heilige Jacobus in Santiago de Compostela. De tekst, opgenomen in de “Codex Calixtinus”, bevat fascinerende details, is geestig – met toespelingen en parodieën – en toont een groot ontzag voor heiligen en hun relieken. In een elftal hoofdstukken passeren de wegen vanuit Frankrijk naar Santiago, dagetappes in Spanje, dorpen en steden langs de routes, opvangcentra, rivieren en regio’s hun bewoners en hun eigenaardigheden de revue. Met als sluitstuk de stad Santiago, Jacobus’ graf aldaar, de kathedraal en hoe pelgrims ontvangen moeten worden.
De hernieuwde uitgave in een vertaling van Jan van Herwaarden uit uitgebreid met een inleiding en een aantal beschouwingen over specifieke onderwerpen: onder meer over de (kerk)politieke context in Spanje in de twaalfde eeuw, de “Codex Calixtinus”, het pelgrimeren in de twaalfde eeuw, de heiligen en hun relieken langs de route en de wegen naar Santiago.