In dit boek staan veertig haiku’s geschreven tijdens het wandelen op de Via de la Plata. Elke dag als de dag zich langzaam opende verschenen de woorden in het voorjaarslandschap met het licht, de kleuren en de kou. In dit boek is geprobeerd een ogenblik van de dag vast te leggen in een haiku en deze teksten worden gecombineerd met op de andere pagina’s een illustratie, in diverse technieken, die de sfeer van de haiku verbeeld.
Dit is een lees- en kijkboek dat zich zonder haast aan de lezer laat kennen en dat diens verbeelding wil stimuleren. Woord en beeld beogen samen een sfeer op te roepen die uitnodigt om in op tegaan.
Van de schrijver verscheen eerder in 2014 het boek “Te rusten” een fotoboekje met 40 foto’s van de bedden waarin hij sliep op de Via de la Plata.
Zie Ultreia 61