Schrijvers en filosofen zijn het erover eens: om echt van een wandeling te kunnen genieten, moet je alleen op pad gaan. Als solowandelaar kun je tot inspirerende inzichten komen. Je hoort beter, ziet meer en ervaart het landschap fundamenteel anders. Gezelschap beperkt je vrijheid alleen maar en verandert een voetreis al snel in een picknick. Bovendien, wie zich aan de natuur overgeeft, is nooit alleen.
Maar dat is theorie. In je eentje door uitgestrekte natuurgebieden lopen heeft ook minder romantische kanten, zo ontdekte Lidewey van Noord. Op haar solotochten door de Piëmontese Apennijnen – zonder mobiel bereik – kwam ze al haar angsten tegen. Wat als ik een been breek, of verdwaal? Hoe ga ik om met een stier in een weiland waar ik doorheen moet? En wat nou als er achter die kastanjeboom een enge man verscholen zit? Het plezier won het keer op keer van de vrees en daarom schreef ze dit handboek voor de solowandelaar. Met alles waarom een mens alleen op pad zou gaan en veel tips voor veilig wandelen in je eentje.