Een eenzame wandelaar wordt noodgedwongen één met zijn gedachten. Fysieke afstand creëert mentale en emotionele afstand, langzaam, onwillekeurig, onbewust. Het ritme van de stap, de cadans op krakend grint, het opwaaiende stof brengt de wandelaar onmerkbaar in een lichte bedwelming, een vreemde betovering die een voor het oog onzichtbare werkelijkheid doet oplichten. Tijd wordt minder belangrijk. Men hoeft nergens meer te zijn. De haast en hectiek van het dagelijkse leven verdwijnen onmerkbaar, dag na dag, stap na stap. En soms vinden verwante zielen elkaar, delen hun diepste geheimen en gaan elk weer hun eigen weg. Wat resteert, is een “rijkere” wandelaar die langzaam, onmerkbaar voor zichzelf, pelgrim wordt. Dit is de kroniek van zo’n langzame tocht over meer dan 1700 km, te voet, alleen, met een rugzak, door hitte en storm, weer en wind.
Ach, beste lezer, het wordt wel duidelijk onderweg. Wandel met me mee, voel de pijn en de vreugde, wees ontmoedigd en geïnspireerd, drink een glas wijn bij fijne gesprekken en geniet vooral van de stilte en de innerlijke rust.
Zie Ultreia 149