Home » Columns Anne-Marie Reimert
In de Jacobsstaf plaatst Anne-Marie Reimert ieder kwartaal een column met stof tot nadenken. Op deze pagina verzamelen we deze verhalen en kun je ze nog eens nalezen.
Ik zit te eten bij een gasthof als er twee Duitse jongedames met drie honden aankomen. De honden spelen leuk met Juta (mijn trouwe metgezel). De dames vertellen dat ze een weekje langs de Tauber wandelen met hun honden. Ze hebben grote rugzakken omdat ze ook al het voer voor alle honden dragen.
Ze hebben geen wandelervaring, niet met bagage, niet met honden en al helemaal niet met de combinatie. De een loopt met één hond aan de lijn, de ander heeft beide andere honden aan de lijn. Ze hebben alle overnachtingen al geboekt en goede kaarten van de hele tocht bij zich. Ze kijken me verbijsterd aan als ik zeg dat ik naar Rome onderweg ben met een dertig liter rugzak waar
een tent, een drieseizoenen slaapzak en een matje in zit. In totaal heb ik zeven kilo.
Ze vragen me of ik vandaag met ze meeloop. Er is vast plek voor drie vrouwen en vier honden bij hun overnachtingsplek. Ik was net op een punt aangekomen dat ik niet meer goed wist hoe het verder moest. Overnachtingen zijn lastig met Juta erbij en ik verdwaal continu. Wat ik meestal leuk vind, maar soms ook niet. We gaan samen verder; ik stel hun rugzakken af en vraag waarom ze zoveel bij zich hebben. Ze zijn van het soort: ‘voor het geval dat’ en ‘je weet maar nooit’.
Het is warm, we hebben net gegeten en wandelen langs een tuin. Een oude vrouw vraagt wat we doen. Als ze hoort dat ik met mijn hond naar Rome wandel en dat de beide andere dames een weekje op pad zijn met drie honden vraagt ze of ze water voor onze honden zal halen. Ik zeg: ‘Ja heel graag, dank u wel.’ Mijn gezelschap kijkt me verbaasd aan en zegt: ‘Ze hebben net nog water gehad.’ Ik zeg: ‘Ach ze vindt het fijn als we hier even pauze houden en een praatje maken.’
Een paar dagen later vind ik in mijn mailbox een bericht van J. Ze bedankt me omdat ik haar heb laten zien dat je andere mensen soms een plezier doet als je ze toestaat jou te helpen.
Moet ik jou dan ook overal van de weg halen? Er staat een auto naast me en Norbert kijkt me lachend aan. Dit is de derde keer dat we elkaar treffen. De eerste keer in de buurt van Harburg. Ik ben verdwaald, het zal ook eens niet. En voor het eerst zie ik andere wandelaars. Ik vraag de oudste van de twee mannen of hij me kan vertellen hoe ik in Harburg kom? De man vertelt me dwars door de velden te lopen en wijst een ‘baken’ aan.
Ik vertel dat ik naar Rome wandel en dit jaar in Würzburg begonnen ben. Langs de Tauber en de Lech en als het voorspoedig gaat daarna de Inn door Oostenrijk. Ze zijn een beetje jaloers en onder de indruk en wensen me een mooie tocht.
Vlak voor Augsburg ontmoet ik Sabine, een jonge Duitse vrouw onderweg naar Santiago de Compostela. We lopen samen op en zij nodigt me uit om mee te gaan naar een herberg in Augsburg. Als we Augsburg inlopen, word ik aangesproken door een aantrekkelijke man die zich voorstelt en zegt dat we elkaar al eerder gezien hebben.
Norbert geeft zijn telefoonnummer en zegt dat we hem kunnen bellen als we geen plek voor de nacht in Augsburg vinden. Het is zaterdag en vakantieperiode.
De herberg blijkt er niet te zijn. Juta (mijn hond) is niet welkom in een hotel. Ik zeg tegen Sabine dat ik Norbert ga bellen, ze mag mee als ze wil. Norbert haalt ons op en brengt ons naar zijn appartement, geeft de sleutel en zegt dat hij een etentje heeft. Hij hoopt ons later op de avond nog te zien.
We koken een heerlijke ovenschotel en laten een maaltijd over voor onze galante gastheer. Wij krijgen het bed en Norbert installeert zich op de bank. Juta slaapt voor de bank. De volgende morgen worden we weer op de route gezet.
Nu loop ik Landsberg am Lech binnen en Norbert nodigt me uit voor een terrasje. Ik drink thee en vertel dat ik wat misselijk ben en behoefte heb aan een plek om een paar dagen te rusten en de schoenen naar een schoenmaker te brengen. Norbert belt een hotel en zowel ik als Juta blijken welkom. Wat een luxe, een bed en een toilet. Hij geeft me nog kreuzkummel voor mijn darmen en gaat zijns weegs.
In een buitenwijk van Bonn loopt Juta voor me uit. In het voorbijgaan drukt ze haar neus in de hand van een man. De man kijkt verrast op als er een grote hond met rugzak naast hem loopt. Hij zoekt en ziet mij. Hij vraagt of de hond bij mij hoort en wat ik doe. Ik wandel naar Rome, maar nu ben ik op zoek naar een goede maaltijd en een verblijf voor de komende nacht.
Hij wijst mij op een kroeg waar ik net langsgelopen ben. De kroeg ziet er in mijn ogen niet uitnodigend uit. De man verzekert me dat ze kamers hebben en dat het een vriendelijke buurtkroeg is. Ik loop terug en sta aan de bar te twijfelen als de man ook binnenkomt. Hij vraagt: ‘En, hebben ze ruimte?’. Ik zeg ja, maar boven mijn budget en geen ontbijt. Hij legt een tientje op de bar en vraagt of het al binnen budget is.
De waard geeft me een biertje en van diverse kanten worden briefjes van vijf en tien doorgeschoven. Ze willen graag dat ik blijf en over mijn tocht vertel. Bovendien moet Juta geknuffeld worden. Ook wordt er een vol bord met een voedzame maaltijd voor mij neergezet. Anders valt dat bier niet goed. Juta krijgt een plekje om te liggen en eten. En ik beantwoord alle vragen die de hele kroeg maar kan bedenken.
De volgende dag moet ik moeite doen om überhaupt iets te betalen. Heerlijk die onderhandelingen waarin je meer wilt betalen. Dat luistert nauw. Wanneer zeg je vriendelijk dankjewel en wanneer ga je je best doen om (iets) te betalen. In dit geval is het een etablissement dat het moet hebben van betalende gasten, dus waarom zou ik er gratis mogen verblijven? De bakker heeft inderdaad koffie en mijn favoriete dinkelbrot. Ook mag ik een half brood kopen. Goede plek dit.
Wandelen brengt je niet alleen van hier naar daar, het brengt je vooral ook dichter bij jezelf. Sinds ik wandel word ik langzaam een leuker mens, oefen ik bewust met observeren in plaats van oordelen, liefde in plaats van cynisme en vertrouwen in plaats van angst. Zo leer ik omgaan met onzekerheid. Het ‘niet weten’ kun je alleen hanteren als je ‘hier en nu’ op dit ‘moment tussen hemel en aarde’ er helemaal bent. Met aandacht leven. En volgens peace pilgrim is vrede in jezelf een eerste stap op weg naar meer vrede in de wereld. En de enige waar je invloed op hebt.
Er veranderde nog meer. Na mijn tocht naar Santiago verkocht ik mijn toenmalige huis en kocht een goedkoper exemplaar terug, want ik werd zo blij van met vijf kilo door de wereld wandelen. Ik nam een hond, waardoor ik nog meer ging wandelen. In 2011 begon ik aan mijn tocht naar Rome, met hond en tentje op de bonnefooi door Duitsland. De Duitsers vroegen me vaak of ik niet bang was. Ik vroeg waarvoor dan? ‘Al die bandieten’, ‘verkrachters’ en ook voor massamoor- denaars werd ik gewaarschuwd.
Ook verzuchtte menigeen: ‘Ich möchte auch mahl gern, aber …’. Dus maakte ik programma’s geba- seerd op de positieve psychologie. Volgens deze stroming floreer je als je bewust streeft naar posi- tieve emoties, positieve relaties, bijdraagt aan een groter geheel, passie en het bereiken van doelen. Als je weet wat je waarden zijn, waar je blij van wordt en waar je kracht ligt, kijk je hoe je daarmee een positieve bijdrage kunt leveren.
Zomer 2018 verhuurde ik mijn huis voor de laatste tocht met mijn hond Juta. Helaas hadden hond en ik beiden een blessure. Ik besloot een grotere tent te kopen. Op de natuurcamping tussen mijn ouderlijk huis en mijn favoriete stad Deventer wachtte ik een hittegolf af. Tijdens een bezoek aan de Wandelwinkel zei de eigenares: ‘Ik hou ermee op’. Ik liep naar buiten en wist: ‘Ik ga deze winkel overnemen’.
Voor mij zou dit een extra manier kunnen zijn om mijn positieve bijdrage te leveren.
Jacobsstaf 138 – juni 2023
Verdwaald. Alweer. Er komt een boer op een trekker voorbij. Hij wijst naast mijn kaart. Dáár bent u. Ik loop door Duitsland met een fietskaart. De meeste mensen weten een mooie route naar het volgende dorp. Mits ik weet hoe dat dorp heet. Op een afstand van 2000 km maakt het niet uit of je van de kaart afloopt. Dat is een bevrijdend besef. Ik hou van vrijheid. Het enige nadeel is dat vrijheid altijd ook onzekerheid met zich brengt. Ik heb geleerd het ‘niet weten’ te koesteren. Open en onbevangen door de wereld lopen levert vaak fijne verrassingen op. ‘Heeft je hond dorst’ hoor ik een oude stem ergens boven vragen. Ik ben weer verdwaald en loop een Italiaans dorp vlak voor Florence binnen. En ja, mijn hond heeft dorst. ‘Kom je zelf ook naar boven’ klinkt even later dezelfde stem. Boven zit een oude dame met een markant hoofd. Mijn Italiaans is helaas niet goed genoeg om een echt gesprek te voeren. Haar dochter zegt dat Nonna Engels spreekt, een beetje verdwaald is in haar hoofd en blij met aanspraak. De oude dame leeft op en vertelt en vraagt honderduit. Ze blijkt in de oorlog een verhouding met een Zuid-Afrikaanse soldaat te hebben gehad. Voor haar is Engels de taal van de liefde. Ik accepteer een uitnodiging om te blijven eten en het paasweekend in het appartement van de familie in Florence door te brengen. Onzekerheid wordt lastiger als het gaat om gezondheid, relaties en inkomen. In 2018 wist ik niet goed hoe verder. Retraites en workshops begeleiden, solliciteren en/of de Wandelwinkel in Deventer overnemen? Tijd om in het echte leven onbevangen met een open mind, open hart en open wil de volgende stap met aandacht te nemen. In 2019 werd de knoop doorgehakt. Een winkeltje met deze naam, op deze plek in deze stad en daar dan ook nog mogen wonen. Durven is even je evenwicht verliezen, niet durven is uiteindelijk jezelf verliezen. En inmiddels is duidelijk dat een mens nog veel meer onzekerheid aankan. Corona, Brexit, oorlog en een bindweefselaandoening later, maak ik van de Wandelwinkel de plek die ik zelf had willen vinden toen ik besloot met mijn hond naar Rome te wandelen.
Jacobsstaf 137 – maart 2023
In Duitsland liggen veel plaatsjes aan de rivier. Bij voorkeur overnacht ik in mijn tentje aan het water. ‘s Ochtends ga ik naar de bakker in het eerste dorp dat ik tegenkom. Daar wil ik graag koffie en een half Dinkelbrood. Dinkelbrood is voedzaam, zwaar en vers het lekkerst. Een half brood is voldoende voor twee maaltijden. Wanneer ik een half brood bestel, zegt de verkoopster bozig dat ik alleen een heel brood kan kopen. Ik koop dus een heel brood maar wil een half brood meenemen. Dan vraagt de verkoopster me verontwaardigd wat ze dan met de andere helft moet doen. Ik zeg dat ze het kan weggeven aan iemand die het kan gebruiken. Of ze kan het nog een keer verkopen of ze kan het zelf opeten. Wat ze maar wil.
Dan ga ik met mijn halve brood naar de slager. Daar wil ik graag vlees en kaas op mijn boterhammen. In de dorpen waar ik geen half brood kan kopen, kan ik meestal ook geen plakjes kaas en ham kopen. Dan koop ik een heel stuk kaas en ham. Graag wil ik het gesneden hebben. Dat gaat doorgaans wel. Lastiger is het als ik alleen mijn belegde broodjes meeneem. Want wat moeten ze met de rest doen?
Sommige dorpen hebben een zaak waar je koffie, brood en beleg kunt krijgen. In zo’n zaak bestel ik een half brood. Dat gaat niet. Ik koop dus een heel brood. Ik laat de helft beleggen met kaas en ham. Er blijft kaas en ham over. Ik betaal voor de koffie, al het brood en al het beleg. En ik zeg dat de verkoopster de rest weg mag geven.
Ik drink mijn koffie en eet een broodje. Intussen komen er nieuwe klanten. De verkoopster vraagt schuchter of de klant misschien een stuk kaas wil. Ze zegt dat het al betaald is. De klant is aangenaam verrast. De verkoopster begint het leuk te vinden. Ze geeft elke klant iets extra’s. Als ze vragen waarom, zegt ze dat het al door mij betaald is maar dat ik het niet mee wil nemen. De klanten komen vragen waarom ik de helft van mijn boodschappen achterlaat. Ik vertel dat ik een lange voettocht maak en zo min mogelijk bagage wil.
Bovendien vind ik het brood vers het lekkerst.
Jacobsstaf 136 – december 2022
Tijdens een pelgrimstocht voel ik me vrij en verbonden met alles en iedereen. Tenminste, als het me lukt om op dit moment tussen hemel en aarde en verleden en toekomst te ZIJN.
Ik stel de vraag aan een klant die zegt: ‘Een rondje rond de kerk doe je tegen de verveling en een pelgrimstocht is een tocht met een doel’. Het verschil zit dus in het gericht op pad gaan. Doelloos dwalen is in die gedachtegang om de verveling te verdrij- ven. Maar is dat zo? Kan dwalen of de weg ook het doel zijn? Peacepilgrim liep niet ergens naartoe maar ze liep voor een doel: vrede op aarde. Ze stelde dat alle vrede begint met vrede in en met jezelf en dat de wereld is als een spiegel: als je naar haar lacht, lacht ze doorgaans terug. Dus dan is de vraag: wat draagt bij aan vrede in en met jezelf?
Beproefde manieren om vrede in en met jezelf te vinden zijn: meditatie, mindfulness, yoga en natuurlijk wandelen. Voor allemaal geldt dat het werkt als je het met AANDACHT doet. Zelf heb ik sinds een week een nieuwe pup in huis. Zij is mijn goeroe, ze ‘dwingt’ me structuur aan te brengen, op tijd te stoppen met werken en buiten te gaan wandelen. Zit ik goed in mijn vel, heb ik geen kind aan de pup. Ben ik er niet helemaal bij, gaat ze klieren.
Dus is het mijns inziens de kunst om je tijdens een rondje rond de kerk net zo te voelen als tijdens een pelgrimstocht: open en ontvankelijk voor wat er op je pad komt. De pup leert me met nieuwe ogen te kijken. De mensen die op mijn winkel passen, vertellen me hoe leuk ze het hebben gehad. Allemaal helpen ze me om open en ontvankelijk te worden en blijven. En dan lees ik in de atlas van de Belevingswereld:
‘Als we echter openstaan voor wat zich onderweg aandient, als we gebruik maken van de kieren in de dag en onze aandacht richten op wat ons ongevraagd toevalt – of het nu prettige uitdagingen zijn of regelrechte rampen – zullen we beseffen dat we die verre doelen helemaal niet hoeven te bereiken. We zullen merken dat de Weg méér met ons doet, ons méér ontwikkelt en verandert dan het Doel’.
Jacobsstaf 135 – september 2022
Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob
Janskerkhof 28 a
3512 BN Utrecht
KvK nummer: 40447304
BTW nummer: NL 8039.95.635.B01
IBAN: NL41INGB0005151146
IBAN: NL41INGB0005151146