Dit autobiografische boek neemt je mee op de reis van Porto naar Santiago die twee goede vrienden samen lopend afleggen. De reis is een loutering voor beiden, elk op hun eigen manier. Het verhaal wordt verteld door Hans, de ik-persoon, die na het overlijden van Daan, de intensieve wandeling ervaart als een verlossing van de diepste rouw om zijn verloren zoon.
Eind 2015 blijkt dat ik door een auto-immuunziekte opnieuw mijn werk moet neerleggen. Dat is niet de eerste keer. Door versleten knieën kon ik niet meer lopen en ging ik fotograferen, door versleten duimen kon ik niet meer fotograferen. Tijd voor verandering. Ik besloot mijn kunstknieën uit te dagen en sloot aan bij mijn goede vriend en zeilmaat Sleef die op het punt stond een camino aan te gaan. Maar dan slaat het noodlot toe. En ik neem me stellig voor nooit meer te lopen. De lang gewenste camino lijkt opeens volstrekt onzinnig en niet voor mij. Exact een half jaar later vertrekken Sleef en ik alsnog op wat een bevrijdende reis voor ons beiden blijkt te worden. Dit boek en de geleerde lessen van deze persoonlijke reis zijn behulpzaam voor iedere ouder die een kind verloor en iedereen die bij tegenslag op zoek is naar innerlijke rust en vrede.