Toen hij een jaar of twintig was, vond Jeroen Theunissen in een reiswinkeltje een kaart van Europa waarop lange purperen lijnen langeafstandswandelingen markeerden. Als de schrijver jaren later last krijgt van melancholie, angstaanvallen en depressies, en zich gevangen voelt in een mislukkend huwelijk, laat hij alles en iedereen achter, ook en vooral zijn twee kinderen, en begint aan een zes maanden durende wandeltocht van Zuidwest Ierland tot aan de Bosporus. Hij treedt zo in de voetsporen van de Brit Patrick Leigh Fermor, die al in 1933 te voet van Hoek van Holland naar Constantinopel reisde, dwars door een Europa dat zich op een scharniermoment bevond – Adolf Hitler was immers net aan de macht gekomen. Het Europa waar Theunissen doorheen wandelt kampt opnieuw met heel wat problemen: klimaatverandering, nationalisme en een vluchtelingencrisis.
Ik = cartograaf is vele boeken ineen. Een verslag van een wandeltocht. Een onhandige pogingom onze snel veranderende wereld vast te grijpen. Een verhaal over een man die halsoverkop wegvlucht van zijn verantwoordelijkheden, terugkomt en probeert een woonplek voor zijn kinderen te creëren. In Ik = cartograaf tekent Jeroen Theunissen een persoonlijke kaart van Europa, het continent dat hij graag zijn thuis wil noemen.