Home » In memoriam Hans Burgman
In memoriam Hans Burgman
Enige tijd geleden bereikte mij het bericht dat Hans Burgman, pelgrim, zijn tocht op onze aarde heeft volbracht. In alle bescheidenheid, zoals Hans zich ook in zijn schitterende boek Losgelopen woorden als een eenvoudig mens deed kennen. Ik mocht toentertijd (zie Jacobsstaf 48) aandacht besteden aan de kostbare bloem die hij in het uitgestrekte veld van de Santiagolectuur deed bloeien; bij gelegenheid van zijn afscheid wil ik dat graag opnieuw doen.
Hans Burgman is een geboren pelgrim, een gepassioneerde zoeker naar ‘de wonderen die nog opgeslagen liggen in het arsenaal der ongeleefde dingen’. Ver voor de mode uit liep hij al in de jaren zeventig van de vorige eeuw naar Santiago, als zeventigjarige ging hij in 1997 op herhaling – 6.000 kilometer wandeltherapie met een kunstheup en een opgeheven hoofd. Zelf vindt hij het geen topprestatie, hij geniet volop: ‘Het kind in mij gaat zijn zin krijgen’. Negen maanden alleen onderweg, alle ruimte om te sabbelen op gedachten over zijn leven en zijn god, alle tijd om mooie zinnen te baren. Hij geniet dag na dag van het loslaten van de zekerheden thuis (in zijn beeldende taal heet dat ‘de ervaring van de kleine dood’). Hij geniet van het eenzame wandelen door de natuur en het langzame aankomen bij vaak aardige, altijd eigenaardige mensen.
Hij geniet van rust en stilte waarin hij kan proeven van het evangelie en van de filosofie, van Marcus en van Rilke.
Maar Hans is geen zwever die slechts broedt op diepere gedachten, evengoed heeft hij oog voor simpele ontmoetingen en dagelijkse voorvallen die hij smakelijk kan beschrijven. De poëzie van het wandelen ten voeten uit: down to earth en spiritueel. Zo pelt hij de ene dag de filosofie van Aristoteles af als een kostbaar ui, om de volgende dag zijn eigen filosofie van de lekkende neus uit de doeken te doen.
Burgman verstaat de kunst om zich over alles te verwonderen én de kunst om over moeilijke dingen makkelijk te schrijven; daarmee zet hij de lezer aan het denken. Niet om te bekeren schrijft hij, evenmin om de tijd te verdrijven. Hij schrijft om uit de aren van zijn leven het koren te lezen en het kaf op het spoor te komen. Die spannende speurtocht kent voor de schrijver zelf een happy end: ‘Ik heb de loop volbracht en het geloof bewaard.’ Met de blijde boodschap toont hij zich gelukkig, maar met de bijkomende rommel heeft hij grote problemen. Spugen in eigen bron wil hij niet, maar wel voelt hij zich geroepen om juist als weldenkend insider het machtsdenken en de leerstelligheden van onze roomse kerk te relativeren. Daarbij paart hij kritiek aan mildheid en wordt zelf nimmer betweter: ‘Zoeken naar de zin van het leven lijkt op het winnen van goud. Je begint in beide gevallen met een hoop modder en met veel geloof. Als je boft krijg je wat korreltjes goud, en je houdt er in ieder geval veel rommel van over.’
Zijn losgetrilde gedachten mogen dan her en der rommelig aandoen, ze bieden wel degelijk perspectief. De rauwkost van het rationalisme ligt veel mensen zwaar op de maag en ook het schip van de vertrouwde kerk staat op zinken. De echte vernieuwing moet nog komen. Niet doordat we teruggrijpen naar een veilige orthodoxie maar doordat we oprechte dialogen aangaan en dromen najagen. Daarbij hebben we profeten nodig die turen naar een nieuwe toekomst en ons verrijken met nieuwe beelden. Ook de pelgrim kan zijn bijdrage leveren: ‘Een mens op weg naar een inspirerende plaats die dat uitstraalt naar de mensen die in een karrenspoor gevangen zitten.’
Zo’n profeet en zo’n pelgrim was Hans Burgman en daar zijn we hem dankbaar voor.
Ik heb in bovenstaande alinea’s gebruik gemaakt van zinnen en beelden die Burgman ons in zijn boek zelf aanreikt. De tocht van Burgman mag dan ten einde zijn, de muziek van zijn zinnen blijft klinken in een boek dat (her)lezen meer dan waard is. Een feest van herkenning helpt ons de toekomst tegemoet.
En of God ertoe doet? Dat brengt mij bij een gedicht van Rilke dat Burgman midden in zijn boek citeert, maar dat mij als open slotakkoord van zijn leven bij zal blijven:
Er gaan geruchten dat U wel bestaat,
maar twijfels vegen U weer uit,
De tragen en de dromers zijn
vol achterdocht voor eigen glans
Ze willen dat de berg moet bloeden,
anders geloven ze U niet.
Gij buigt uw hoofd met groot verdriet.
Gij kunt de bergen best de aders opensnijden
als bewijsstuk bij een groot geding,
Maar zoveel kunnen U de heidenen
nu toch ook weer niet schelen.
Gij wilt niet strijden met veel list,
U niet verkopen aan het lieve licht,
want zoveel kunnen U de christenen
nu toch ook weer niet schelen.
Gij geeft niet veel om die U vragen.
maar met een zacht gezicht
kijkt Gij naar die U dragen.
(naar Rainer Maria Rilke, Stundenbuch)
Jeroen Gooskens Jacobsstaf 82, mei 2009
Dit In Memoriam schreef Jeroen Gooskens -‘te vroeg’- op basis van een vermeend overlijdensbericht van Hans in 2009. Die kon er later zelf smakelijk om lachen.
Aan dit In Memoriam is niets toe te voegen. Het doet zowel recht aan Hans als aan Jeroen, beiden een soort ‘aartsvaders’ in het rijk van de literatuur over de camino.
Ja, een kleine toevoeging: een link naar het interview met Hans Burgman op de website: https://player.vimeo.com/video/76802624
En in de Jacobsstaf van juni 2020 een interview: De prijs van het niet weten, gesprek met Hans Burgman.
Leo Jacobs
Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob
Janskerkhof 28 a
3512 BN Utrecht
KvK nummer: 40447304
BTW nummer: NL 8039.95.635.B01
IBAN: NL41INGB0005151146
IBAN: NL41INGB0005151146