Via een ongebruikelijke route voor reizigers te voet, loopt de schrijver een eenzame weg naar het zuiden van Frankrijk. Hij is op weg naar Santiago de Compostela, maar heeft als uiteindelijk doel Finisterre, het einde van de wereld gelegen aan de Kust van de Dood, in gedachten. Dan, in de droge en uitgestrekte bossen van Les Landes, loopt het spaak. Hij belandt in het ziekenhuis, waar geconstateerd wordt dat hij kanker heeft. Een chemotherapie zal zijn leven kunnen verlengen. Als deze therapie onderbroken moet worden, besluit hij alsnog zijn voettocht over de Pyreneeën naar Finisterre af te maken. Zijn tocht naar het einde van de wereld krijgt een geheel ander perspectief als duidelijk wordt dat het bereiken van het einddoel kan samenvallen met zijn einde.
Met humor, maar ook de diepe emotie niet schuwend, is een camino van lijden en geluk beschreven.