Wij, mensen, zijn een mobiele soort: we houden van lopen, slenteren en wandelen. In het nieuwe boek van Ton Lemaire wordt veel gelopen, geslenterd en gewandeld. Lemaire toont aan dat wandelen vanaf de achttiende eeuw een moderne invulling heeft gekregen door onze veranderende verhouding tot natuur en landschap. De behoefte om te wandelen leeft nog steeds en lijkt zelfs toe te nemen, mogelijk ter compensatie van de verdergaande verstedelijking, de heerschappij van het gemotoriseerde verkeer en de vele uren die men zittend voor het scherm doorbrengt. Want wat is er dan vitaliserender dan een flinke wandeling, liefst door een afwisselend landschap in een mooi natuurgebied?
Aan de hand van het werk van filosofen, kunstenaars en schrijvers bezingt Lemaire de lof van het lopen, maar zijn boek is tevens een kritisch commentaar op de samenleving. “Met lichte tred” is de neerslag van Lemaires levenslange passie voor de wereld van het wandelen en voor de wandelaar, met zijn lichte voetafdruk op de aarde.
Een filosofisch pleidooi voor langzaam wandelen, onthaasting en zelfreflectie.
Zie: Jacobsstaf 123 p. 18