Op 2 februari 1996 begon Hans Burgman zijn tocht in Roosendaal, met een Bijbel, een filosofieboekje en een dichtbundel van Rilke. Eind mei arriveerde hij in Santiago. Zijn terugweg voerde hem door de hete Provence en over de hoogste Alpenpassen. In november keerde hij na een wandeling van zesduizend kilometer terug in zijn geboorteplaats Hengelo.
Negen maanden lang had hij zich aan een mentaal programma gehouden: de geschiedenis van de filosofie systematisch doordenken, biddend mediteren, het evangelie volgens Marcus memoriseren en religieuze problemen overwegen. De neerslag van dit alles verzamelde hij in dit dagboek.
Jacobsstaf 128 p. 18/ Jacobsstaf 134 p. 10