Dagboek van een achttiendaagse fietstocht naar Santiago. Geen literair meesterwerk, maar wel ontwapenend en boeiend door een heel eigen schrijfstijl en een grote dosis positieve passie van een vijftiger, die de tocht beleeft als ‘his finest hour’. Mooie landschappen, onthullende ontmoetingen, momenten van verstilling. Flarden verleden komen bovendrijven en worden heroverwogen, dromen over de toekomst worden enthousiast gedroomd. Zo fungeert het boek als een wervende lokroep om zelf op pelgrimstocht te gaan.
Zie recensie Jacobsstaf 87, 25/26