Gelaagd verhaal, prettig leesbaar en boeiend. De eerste laag is de beschrijving van de uiterlijke weg: van Nederland door België, Luxemburg, Vogezen en Jura naar Le Puy, en dan over het Centraal Massief en langs de camino francès naar Santiago. De tweede laag is het continue gesprek van de schrijver met zichzelf, met zijn wandelstok, met de natuur en met zijn God. De schrijver is niet rusteloos op weg naar een heilige plaats, hij vindt rust hier en nu, midden in de natuur die tot bezinning noodt, Pelgrimeren is een doel op zich, aankomen is bijzaak. Ter plekke gemaakte tekeningen van de schrijver die ook kunstschilder is, sieren het boek. Zie Jacobsstaf 46, pag. 53/54