Als een inleiding op de beschrijving van de afzonderlijke jacobalia in Roermond volgt hier een korte schets van de geschiedenis van Roermond voor een beter begrip van het verband tussen de beschreven jacobalia.
In 2014 is een geschiedschrijving van Roermond verschenen van de hand van Peter Nissen en Hein van der Bruggen. In dit boek valt op hoe weinig Sint Jacob en de pelgrimage naar Santiago daarin voorkomen.
Op de site van het historisch genootschap Rura staat een beknopte geschiedenis van Roermond. Met het Verdrag van Londen (1839) werd Roermond pas een Nederlandse stad, zij het dat Roermond tot 1867 deel bleef uitmaken van de Duitse Bond. Van 1559 tot 1801 zetelde in Roermond een bisschop. In 1853 werd het bisdom Roermond opnieuw ingesteld.
Met betrekking tot Jacobus de Meerdere is al opgemerkt dat hij in de bronnen niet veel genoemd wordt en in de database over bedevaarten in Nederland van het Meertensinstituut wordt ook aangegeven dat er weinig bekend is over de verering van Jacobus in Roermond noch over een belangrijke rol van de stad in de pelgrimage naar Santiago de Compostela. Hierbij moet wel bedacht worden dat er door stadsbranden veel materiaal verloren is gegaan.
De clusters van jacobalia in Roermond worden hierna kort genoemd. Voor meer details wordt verwezen naar de beschrijving van de betreffende jacobalia in de lijst.
Een Jacobusbroederschap wordt vermeld vanaf 1357. Deze broederschap verzorgde het Sint Jacobsaltaar in de Heilige Geestkerk. Opbrengsten uit pacht en renten van bezittingen werden gebruikt voor liefdadigheid, om een prebende te vullen en om de feestmalen voor de broeders te bekostigen. Er wordt nergens vermeld dat de broederschap een gasthuis beheerde voor behoeftigen of pelgrims naar Santiago. Het Sint Jacobsaltaar ging in 1661 mee naar de Sint Christoffelkerk toen de zetel van de bisschop daarheen verplaatst werd. De broederschap werd in 1786 opgeheven op last van keizer Frans Jozef II. Van deze Jacobusbroederschap bevinden zich in het archief enkele originele documenten en in de Christoffelkathedraal een archiefkist die in 1752 geschonken is.
In het laatste kwart van de 20e eeuw leefde de pelgrimage naar Santiago weer op. In Roermond leidde dat als eerste tot de oprichting van de Stichting Pelgrimswegen in 1996 die het Jacobspad ontwikkeld heeft. In 2000 is de broederschap heropgericht. Deze Broederschap van de Heilige Jacobus de Meerdere in Roermond beschouwt zichzelf als een rechtstreekse voortzetting van de in 1786 opgeheven broederschap. De broederschap heeft gezorgd voor een groot aantal jacobalia , vooral in de Christoffelkathedraal en in het bijzonder in de Sint Jacobskapel in deze kerk.
In het archief bevindt zich ook een compostela uit 1604. De persoon die deze verklaring van een pelgrimage naar de kathedraal in Santiago de Compostela heeft ontvangen is alleen bij naam bekend, maar blijft vooralsnog verder een onbekende.
Aan de overzijde van de rivier de Roer ligt een bescheiden stadsdeel dat thans Voorstad Sint Jacob heet. In de middeleeuwen werd die wijk “over de brug” genoemd en bestond in ieder geval al in de 14e eeuw. In de voorstad bestond een Jacobusbroederschap die in 1439 betrokken werd bij de stichting van een kapel ter vervanging van een door oorlogshandelingen verloren gegane Heilige Kruiskapel. De nieuwe kapel zou gewijd worden aan Sint Jan, het Heilig Kruis en Sint Jacob. Uiteindelijk werd er in 1456 een Jacobuskapel gebouwd. De naam Sint Jacob in de naam van de voorstad zou een herinnering zijn aan deze in 1580 verwoeste Jacobuskapel en stamt dus op zijn vroegst uit het eind van de 16e eeuw. In de voorstad staat een huis uit ca. 1600 waar thans Galerie Het Achterhuis in is gevestigd en er bestaat een vermoeden dat daar een onderkomen voor pelgrims naar Santiago in geweest zou zijn (hoewel de pelgrimage toen al ver over zijn hoogtepunt heen was). Meteen na de oorlog werd in 1945 in de voorstad een Sint Jacobus de Meerderekerk gebouwd (witte kerkje) die tot 1998 in gebruik bleef als kerk en sindsdien fungeert als buurthuis.
De heropgerichte Broederschap uit Roermond heeft in de voorstad Sint Jacob een Jacobuskapel in de vorm van een veldkapel laten verrijzen. Verder komt de opleving van de aandacht voor Jacobus tot uiting in het plaatsen van een beeld van Jacobus, een richtingbord naar Santiago en in de naamgeving van een straat en brug.
De voorstad werd na een tijd van verval nieuw leven ingeblazen en het werd een “hippe” stadswijk. Rond 1980 kwam het in de mode om zaken Franse namen te geven en daarvan getuigen de wooncomplexen Rive Saint Jacques en Coquille Saint Jacques, een eetcafé Faubourg Sant Jacques en, met een knipoog naar de Napoleontische tijd, een carnavaleske Stadsgarde Faubourg Saint Jacques.
In 1792 wordt vermeld dat er in de voorstad een waterput was met Sint Jacob als patroonheilige. Omdat de buurtbewoners dagelijks water haalden uit de put vervulde die een sociale functie en ging de naam Sint Jacobsput over op de buurtvereniging.
Naast de geclusterde jacobalia zijn er nog losse zoals een lantaarn op een kroonluchter in de Munsterkerk met Jacobus de Meerdere als één van de afgebeelde apostelen, een archeologische vondst van een kruik met een afbeelding van Jacobus en Jacobus als patroonheilige van de Voetboog-, Handboogschutterij, het Wevers- en het Vissersgilde.
Van de veelheid aan jacobalia in Roermond lijkt er slechts een duidelijk verband met de pelgrimage naar Santiago te bestaan voor degene die er sinds het laatste kwart van de 20e eeuw bij gekomen zijn.