Het stadsdeel aan de overzijde van de rivier de Roer werd in de middeleeuwen “over de brug” genoemd. Kerkelijk hoorde het tot de parochie Odiliënberg en juridisch tot 1424 onder de schepenbank Hoembergen die toen opgeheven werd en grotendeels bij de schepenbank Roermond gevoegd werd. De parochegrens bleef echter bestaan.
In de voorstad stond de ‘Kruiskapel over de brug’ die bij de oorlog tussen Brabant en Frankrijk tegen Gulik en Gelre in 1388 preventief werd afgebroken.
In 1439 bevestigt de bisschop van Luik aan de pastoor van Odiliënberg de stichting van een nieuwe kapel gewijd aan het H.Kruis, Sint Jan en Sint Jacobus de Meerdere ter vervanging van de afgebroken H.Kruiskapel. Hierbij is ook sprake van een Broederschap van Sint Jacob over de brug. Pas in 1456 komt het daadwerkelijk tot de bouw van de kapel die dan alleen aan Sint Jacob gewijd is. De broederschap, die overigens arm bleef, heeft de zorg voor deze kapel. Rond 1580 wordt deze kapel verwoest in het begin van de Tachtigjarige Oorlog. De renten voor de kapel worden door Roermondse bisschop Lindanus overgedragen aan de parochie Roermond. De Broederschap heeft toen vermoedelijk ook opgehouden te bestaan.