In Roermond bestonden een 30 openbare waterputten in de verschillende afzonderlijke wijken. De putten waren noodzakelijk voor de watervoorziening van de bewoners, voor de was, de bereiding van bier en als bluswater, maar het was geen drinkwater. De putten waren toegewijd aan een beschermheilige en een beeldje van die heilige werd geplaatst in een nis boven de put. Bij verschillende putten verdween het beeldje van de beschermheilige en werd het daarna vervangen door een beeldje van Maria.
De voorstad Sint Jacob vormde één wijk en de put bevond zich op de Vismarkt bij het huidige nummer 12. De Vismarkt is de kade langs de Roer. Deze put had als beschermheilige Sint Jacob en wordt vermeld in 1792. (Volgens de database Bedevaarten van het Meertensinstutuut kwam de toewijding doordat zich in de wijk de Sint Jacobuskapel bevond.) Het beeldje van Sint Jacob is in de loop der tijd verdwenen en vervangen door een Mariabeeld.
In de inventarisatie van rijksmonumenten wordt genoemd dat er aan de Voorstad Sint Jacob bij nummer 14 een gietijzeren pomp is geplaatst in 1865. Dit zal een verbetering van de watervoorziening zijn geweest. Het is niet bekend of deze pomp ook Sint Jacob als beschermheilige heeft gekregen. Op de website van Historie Roermond worden de put aan de Vismarkt en de (pomp) aan de Voorstraat Sint Jacob in één adem genoemd.
De benaming “put” ging over op de wijkvereniging (zie Sint Jacobput B).