Tijdens de Tachtigjarige Oorlog speelde Zeeuws-Vlaanderen een belangrijke rol. Toen Prins Maurits in 1586 Axel op de Spanjaarden heroverde werden de dijken doorgestoken. Hierdoor werd Axel een eiland en dat zou tot 1790 zo blijven. Aan de Fortdijk, tussen Axel en Koewacht, zijn de resten van het voormalige fort Sint Jacob terug te vinden. Met de aanleg van de zeedijk tussen Hulst en Sas van Gent in 1634 werd op de plaats waar de dijk een knik in zuidelijke richting maakt, fort Sint Jacob aangelegd.
Op de Spaanse en Staatse gebieden werd een forten- en schansenlinie aangelegd. De versterkingen aan de Spaanse kant droegen doorgaans namen van de katholieke heiligen, zoals Sint-Joseph, Sint-Jacob en Sint-Livinus. Met betrekking tot Sint Jacob gaat het om Jacobus de Meerdere. De forten aan beide kanten bestonden doorgaans uit aarden omwallingen met eenvoudige kampementen voor de soldaten. Na de verovering van Hulst op de Spanjaarden in 1645 door Prins Frederik Hendrik, viel de Spaanse fortenlinie in handen van de Republiek. Met de vrede van Munster in 1648 verliezen de fortenlinies hun militaire waarde.
Vanuit dit fort kon het voorliggende schorrengebied gecontroleerd worden. Fort Sint Jacob is gebouwd in de vorm van een vierkante aarden redoute. Het middenplein is omgeven door een binnengracht en door middel van een brug met de landzijde verbonden. De zware hoekige omwalling aan de noordzijde, de vroegere zeezijde, is nog vrijwel geheel intact. Ongeveer tien jaar geleden is dit fort al eens opgeknapt, waarbij sporen zijn gevonden van een toren, kruitmagazijn en soldatenverblijven. Sint-Jacob is het best bewaard gebleven fort van de voormalige verdedigingslinie. Het is eigendom van Staatsbosbeheer en is het hele jaar toegankelijk.
Het fort Sint-Jacob lag in de polder Oud-Beoostenblij, in het westen tegen de toenmalige zeedijk in een hoek die noordwaarts uitstak.
Het fort ligt dichtbij Axel, maar valt administratief onder Koewacht.