Na de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) werd het belijden van de rooms-katholieke godsdienst in het openbaar verboden in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De rooms-katholieke bewoners uit de grensstreek moesten voortaan naar de kerk op het gebied van de Spaanse Nederlanden (het tegenwoordige België). De bewoners van Koewacht waren eerst aangewezen op een noodkapel te Overslag en later op een grenskapel op de Kruisstraat. In 1687 werd een nieuwe kapel in gebruik genomen in Koewacht op het gebied van de Spaanse Nederlanden. De kapel is later vervangen door een kerk (kleine afbeelding).
Deze situatie is gebleven tot de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). België werd bezet, maar Nederland bleef buiten de oorlog. De Duitsers sloten de grens hermetisch af en op de grens kwam een afrastering met prikkeldraad, die later ook nog onder stroom werd gezet. Dat was de “Dodendraad” (zie link voor een filmpje). Aanvankelijk was er nog de mogelijkheid de kerk in het bezette België te bezoeken onder strikte bewaking. Later was er helemaal geen personenverkeer tussen Nederland en België meer mogelijk. Het kerkbestuur besloot in december 1915 tot het bouwen van een houten noodkerk (zie link voor afbeelding) in het Nederlandse deel van Koewacht. In december 1920 werd begonnen met de bouw van de huidige kerk op Nederlands grondgebied. In mei 1922 werd dit godshuis plechtig ingewijd. De gelovigen van Koewacht hebben het kerkgebouw voor een deel met eigen handen gebouwd en hebben ook voor een groot deel voor de financiering moeten zorgen.
Het kerkgebouw is geheel in baksteen uitgevoerd. De stijl is neogotisch oftewel een omhoog gerichte bouwstijl met kruisribgewelven en hoge ramen. Deze kerk, met drie traveeën, een middenschip en twee zijbeuken en met haar toren, die aan de linkerzijde aan de koorovergang is gebouwd, is een fraai type van volkskerk.
Blijft het punt aan welke Jacobus de kerk in Koewacht, zowel die in het Nederlandse deel, als in het Belgische deel van de plaats, is toegewijd. De combinatie van Philippus en Jacobus betreft meestal Jacobus de Mindere. In Koewacht wordt in de naam van de kerk Jacobus niet nader gespecificeerd. (In Nederland komen nog twee kerken voor die toegewijd zijn aan Philippus en Jacobus en wel in Wanneperveen en in Visvliet. In beide gevallen wordt niet nader aangeduid welke Jacobus het betreft. Als patroonheilige van de kerk in Visvliet wordt door de Stichting Oude Groninger Kerken overigens nu Sint Gangulfus genoemd.) In Koewacht gaat mer er steeds vanuit dat het Jacobus de Meerdere is. Dat blijkt uit alle informatie op de website van het dorp, met aandacht voor de apostel, Santiago de Compostela en een uitgebreid verslag van een fietstocht daarheen van twee plaatsgenoten. De kerk in het Belgische deel van Koewacht stond altijd bekend als gewijd aan Jacobus de Meerdere. Bresseleers heeft de kerk in 1978 ook opgenomen in het overzicht van jacobalia in België (toen overigens nog niet met dat woord aangeduid). En als zodanig was hij ook opgenomen in het Jakobskerkenpad ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan van het Vlaams Compostelagenootschap in 2010. Hoskens laat Koewacht in 2021 weg in het recente overzicht van de jacobalia in België en geeft aan dat de kerk gewijd was aan Jacobus de Mindere. In 2022 wil het Vlaams Genootschap het Jakobskerkenpad opnieuw lopen in het kader van het verlengde Heilig Jaar.Laat men Koewacht dan rechts liggen?