De gemeente Utrecht is in 1953 begonnen met het restaureren van de panden aan de grachten en het opknappen van het straatmeubilair.
Besloten werd de verwijderde uit ca. 1875 daterende gietijzeren gaslantaarns terug te plaatsen. De lantaarnpalen kregen een plaats op de bovenzijde van de werfmuur, met een aangepaste lampenkap voor de elektrische verlichting ontworpen door Pyke Koch. Aangezien de werfmuur smaller was dan de lantaarnvoet en overige ruimte schaars was, werd de oplossing gevonden in het aanbrengen van consoles.
De beeldhouwwerken zijn gemaakt uit Belgische blauwe hardsteen. Een scala aan onderwerpen is erop uitgebeeld, veelal onderwerpen met betrekking tot de Utrechtse stadsgeschiedenis, het christendom en de Griekse en Romeinse mythologie.
Een gebeeldhouwde console heeft menigmaal betrekking op de specifieke locatie waar deze is aangebracht. Zo is in de lantaarnconsole bij de Jacobsbrug / hoek Jacobskerkhof een door de kunstenaar G. Roverso vervaardigde hardstenen console ”De Schelp” aangebracht. De Schelp stelt een Jakobsschelp voor, zoals die gebruikt werd als bedelnap en pelgrimsinsingne door de pelgrims naar het graf van Jacobus Major in Santiago de Compostela. Deze schelp is in 1982 geplaatst in de werfmuur nabij de zuidwestelijke hoek van de Jacobsbrug ter hoogte van Oudegracht 49 te Utrecht.