In de Oude Benedenstad van Nijmegen is een kleine kapel als historisch monument bewaard gebleven, de kapel van het Sint-Jacobsgasthuis, in oude stadsdocumenten aangeduid als ”suncte Jacobs gasthuys tot Nymeegen geleegen in die Heesselstraat”. In feite lag het niet aan, maar enkele tientallen meters achter de Hezelstraat, in de richting van de Waal.
De priester Hendrick van Hovelwick is de stichter van het gasthuis in 1438. Aan het gasthuis was ook een ”beyert” verbonden, waar pelgrims op een gastvrij onthaal konden rekenen.
Na de reformatie is het gasthuis voor van alles en nog wat gebruikt, o.a. als glasblazerij (waaraan het straatje zijn huidige naam ontleent: Glashuis), totdat stadsarchitect Deur het kapelgedeelte van het Sint-Jacobsgasthuis dat nog overeind stond restaureerde. Vanaf dat moment is het gebouw weer in gebruik als gebedsruimte, toegewijd aan de oudste Nijmeegse patroonheilige Sint-Geertrudis.
Aan het eind van de 20e eeuw staat de kerkelijke functie weer ter discussie. Echter in 1998 neemt een groep vrijwilligers het initiatief tot de oprichting van de stichting ‘Vrienden van de Sint-Jacobskapel’. Deze stichting maakt zich sterk voor het behoud en herstel van de religieuze functies van de kapel en voor de ontwikkelingen op cultureel gebied, zoals het houden van exposities.
De kapel vervult nu, net als vroeger, een rol als ontmoetingsplek voor pelgrims. Maandelijks (2e zondag van de maand) is er een oecumenische viering.
In 2004 heeft de Gemeenteraad van Nijmegen besloten dat de kapel de naam van Sint Jacob moet dragen en , volgens de Nijmeegse gewoonte wordt het dan St. Jacobskapel.